VEELGESTELDE VRAGEN (FAQ)

Veelgestelde vragen Delvauxxpertise.be

Vanaf 23 november 2022 heeft u een asbestattest nodig bij de verkoop/overdracht van een pand dat is gebouwd voor 2001. De inhoud van het attest moet bekend gemaakt worden aan de kopende partij van het pand bij het ondertekenen van het compromis.

Voor de gemeenschappelijke delen van panden die onder het stelsel van gedwongen mede-eigendom vallen, gaat de verplichting pas in op 1 mei 2025.

Vanaf 2032 moet elke eigenaar van een pand dat gebouwd is voor 2001 beschikken over een asbestattest.

De verplichting voor een asbestattest geldt voor elke Toegankelijke Constructie met Risicobouwjaar (TCR), het risicobouwjaar betekend dat de constructie voor 2001 gebouwd werd:

  • waarvan de grondoppervlakte of de som van de grondoppervlaktes van de verschillende TCR’s in een bepaald inspectiegebied groter is of gelijk aan 20 m²;
  • waarvan de grondoppervlakte kleiner is dan 20 m² maar waarbij de TCR deel uitmaakt van een grotere constructie met grondoppervlakte groter of gelijk aan 20 m².

Het asbestattest is standaard 10 jaar geldig. Vanaf het moment dat minstens 1 asbesthoudend materiaal met hoog materiaalrisico aanwezig is, wordt deze geldigheidsduur ingekort naar 5 jaar.

Een attest is niet meer geldig:

  • Als de geldigheidsdatum voorbij is. De geldigheid van het attest vervalt dan automatisch.
  • Indien er een recenter asbestattest werd opgesteld: alle oudere attesten zijn automatisch niet meer geldig als er voor datzelfde huis een nieuw attest wordt opgesteld.

Bij een verhuring is er geen verplichting om een asbestattest te laten opstellen. Tegen 2032 moet wel iedere eigenaar van een woning van voor 2001 over een asbestattest beschikken.

Ja, bij elke overdracht onder levende (verkoop, schenking, vruchtgebruik, erfpacht, opstalrecht of een zakelijk recht). Een erfenis valt niet onder een “overdracht onder levenden”.

Enkel gecertificeerde asbestdeskundigen inventarisatie kunnen de inventarisaties uitvoeren voor het asbestattest. De gecertificeerde asbestdeskundige moet aangesloten zijn bij een certificatie-instelling, jaarlijkse bijscholing volgen en een verzekering ifv asbestonderzoek hebben afgesloten.

Het bouwjaar opgenomen in de kadastrale legger is de referentie om te bepalen of de constructie een risicobouwjaar heeft.

Indien het bouwjaar niet gekend is op basis van de kadastrale legger, dan kunnen volgende categorieën van documenten gebruikt worden om het bouwjaar te bepalen:

  1. documenten na oplevering van de werken;
  2. documenten tijdens de uitvoering van de werken;
  3. documenten voor de uitvoering van de werken.

Het opnemen van een opschortende voorwaarde zal in resultaat niet verschillen van het afsluiten van de voorlopige overeenkomst zonder aanwezigheid van het asbestattest. Dit kan immers juridisch nog altijd zonder de beschikbaarheid van een asbestattest (met vermelding nog geen asbestattest beschikbaar/overgemaakt). De consequentie is echter dat de koper dan het recht heeft om in de periode tot de authentieke akte de nietigheid te vorderen. Bij het verlijden van de authentieke akte moet dan wel een asbestattest beschikbaar zijn en met de nodige referenties opgenomen worden in de akte tezamen met de vermelding dat de koper verzaakt aan de nietigheidsvordering. Deze werkwijze biedt mogelijk in sommige gevallen tijdswinst indien de verkopers dit risico willen nemen.

De kostprijs van een asbestattest is afhankelijk van een aantal factoren:

  • de grote, de omvang en de complexiteit
  • type attest (destructief of niet-destructief onderzoek)
  • het aantal monsternames en labo-analyses

U kan zich al snel aan enkele honderden euro’s verwachten. Bovenop de “basisprijs” die de asbestdeskundige vooropstelt, moet er per attest een OVAM retributie van 50 euro worden betaald, 25 euro kost ten voordelen aan de certificaatinstelling en labokosten.

Enkel Energiedeskundigen die erkend zijn door het VEKA, mogen een epc-attest opstellen.

Een epc is 10 jaar geldig. Alle EPC’s van voor 2019 zijn niet meer geldig.

Hoe meer documenten er beschikbaar zijn, hoe beter de score van het EPC normaal zal zijn. Onderstaande documenten zijn nuttig voor de opmaak van het EPC: plannen, facturen/offertes/foto’s van isolatie of de opbouw van de schildelen, akte bouwjaar, Eerder opgemaakte EPC’s, EPB,… Zorg steeds dat alle ruimtes toegankelijk zijn tijdens het plaatsbezoek.

Ja, sinds 2009 is een EPC bij nieuwe huurcontracten altijd verplicht.

Bij een nieuwbouw of ‘ingrijpende energetische renovatie’ zal er een EPB opgemaakt moeten worden en geen EPC opgesteld door een energiedeskundige type A

Een indexering mag niet voor woningen met een EPC-label E of F of voor woningen zonder EPC-attest. Voor woningen met een EPC-label D wordt de indexatie beperkt tot 50%. Bij energiezuinige woningen met een EPC-label A+, A, B of C wijzigt er niets. Verhuurders van die woningen mogen de huurprijs nog steeds indexeren. Deze maatregel is geldig van 1 oktober 2022 tot en met 30 september 2023

  • Energielabel A (EPC-score tussen 0 en 100)
  • Energielabel B (EPC-score tussen 100 en 200)
  • Energielabel C (EPC-score tussen 200 en 300)
  • Energielabel D (EPC-score tussen 300 en 400)
  • Energielabel E (EPC-score tussen 400 en 500)
  • Energielabel F (EPC-score >500)

Vanaf 2024 zal een EPC gemeenschappelijke delen voor alle appartementsgebouwen verplicht zijn

Uniformiteit, niet alle mede-eigenaars hebben alle gegevens ter beschikking over het gebouw.

Het is de bedoeling dat alle informatie omtrent het gebouw bezorgd wordt aan de energiedeskundige die het EPC van de gemeenschappelijke delen opmaakt zodat alles zo nauwkeurig mogelijk kan ingevoerd worden. Onnauwkeurige/onvolledige invoer van gegevens in het EPC gemeenschappelijke delen heeft negatieve gevolgen voor het EPC residentieel (slechtere score).

Zaken die ter plaatsen niet zichtbaar zijn, kunnen enkel doormiddel van bewijsstukken (conform inspectieprotocol) in rekening worden gebracht door de energiedeskundige.

Vanaf 1 januari 2023 is een epc-attest verplicht voor alle niet-residentiële gebouwen. (uitgezonderd industrie & landbouw)

Indien het bijgebouw fuctioneel zelfstandig is en een eigen afsluitbare toegang heeft moet er een EPC opgemaakt worden.

  • Functioneel zelfstandig komt er op neer dat de eenheid niet afhankelijk is van een andere eenheid:
    • Woonruimte
    • Eigen bad of douche
    • Eigen keuken/kitchenette
    • Toilet
    • Voor niet-residentiele eenheden zijn bovenstaande zaken afhankelijk van de functie van de niet-residentiele eenheden.
  • Een eigen afsluitbare toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde circulatieruimte.
  • Na aftoesting van bovenstaande zal er voor een garage meestal geen EPC opgemaakt moeten worden.

Nog vragen of interesse in onze diensten?

Scroll to Top